De ketenpartner: Tamara Prinsen van COA Bergen aan Zee

Als gemeente vinden we het belangrijk om met verschillende partners samen te werken in een keten van zorg en ondersteuning. Hoe kijken die partners aan tegen samenwerking met onze gemeente? Deze keer Tamara Prinsen, coördinator van de locaties voor aanvullende opvang in Bergen aan Zee en Petten.

“Er is een sociale kern in Bergen”

Sinds december 2014 is voormalig hotel De Dennen in Bergen aan Zee bewoond door statushouders: asielzoekers met een verblijfsvergunning. Tamara Prinsen zorgt er met haar team voor dat alle opvangprocessen goed worden uitgevoerd, vanaf het moment dat ze in De Dennen komen wonen tot het moment dat ze vertrekken naar een zelfstandige woning.

Wat houdt je werk in?

“Tussen in- en uitplaatsing zitten veel stappen. De bewoners moeten een BSN krijgen, ze moeten een bankrekening openen, het huurcontract moet worden getekend, enz. We geven voorlichting, uitleg en begeleiding bij dat alles. Ook zorgen we voor de leefbaarheid in het gebouw. We kijken of ze hun kamer netjes houden, maar ook hoe het in sociaal opzicht met hen gaat.”

Hoe reageren inwoners van Bergen?

“Toen de opvang geopend werd, was er wel wat bezorgdheid en verzet bij sommige inwoners. Ze vonden dat de gemeente hen niet genoeg had betrokken bij het besluit en hen niet op tijd had geïnformeerd. Maar dat was maar een kleine groep. Heel veel mensen kwamen met kleren en speelgoed. Zo is Bergen ook, er is een sociale kern. We werken mee aan projecten van scholen. Op die manier maken we onszelf zichtbaar op een positieve manier. Zo kwam uit onze deelname aan een feestdag van de Vrije School een speciale taalklas voort voor de kinderen in de opvang.”

Met wie werken jullie samen?

“Met het Gezondheidscentrum asielzoekers (GCA). Dat zit hier in het gebouw en houdt twee keer per week spreekuur. Het GCA is de toegang tot verdere hulp. Het verwijst door naar een huisarts, tandarts, maatschappelijk werk of wat maar nodig is. Ook werken we samen met basisscholen en vo-scholen, want de kinderen zijn leerplichtig. We overleggen met de scholen over vervoer, ziekteverzuim en over hoe het sociaal gezien met de kinderen gaat.”

Hoe is het contact met de gemeente?

“Met Burgerzaken werken we supergoed samen. Alle bewoners moeten daar naartoe om een BSN te krijgen en om zich in te schrijven in de gemeente. Ze moeten allerlei documenten meenemen en onder ede verklaren dat hun identiteit klopt. Dan komen hun gegevens in de gemeentelijke basisadministratie. Soms is er ineens een huis beschikbaar voor een bewoner en als ik dan aan Burgerzaken vraag of ze die bewoner snel willen inschrijven, dan werken ze goed mee. Ook het overleg met wethouder Volkshuisvesting Peter Huissteden is goed. Eens in de 4 à 5 maanden is er omwonendenoverleg, daar zit de wethouder soms ook bij. Verder is de gemeente laagdrempelig. Ik ken een paar medewerkers en als er iets is, weet ik via hen de weg te vinden.”

Heb je verbeterpunten voor de gemeente?

“Sommige kinderen konden de eerste drie maanden niet naar het voortgezet onderwijs; die hingen daar maar rond. Uiteindelijk is het wel goedgekomen, maar dat had eerder gemoeten.”